1886 erwarb die altreformierte Kirchengemeinde für 400 Gulden ein Grundstück am Kaiserplatz in Veldhausen. 1888 wurde die zweite altreformierte Kirche Veldhausens in Betrieb genommen. Das Kirchenschiff ist in drei Böden eingeteilt. Rechts und links sitzen die Männer, in der Mitte die Frauen. Die Kirchenratsbänke sind quer zur Kanzel eingebaut. Geläutet wurde die Kirchenglocke von Frau Hanna Vos. Die Heizung war eine Koksheizung, die mit Torf entzündet wurde.

Neben der Kirche zur Edelweißstraße stand damals ein Trinkerhaus („Drinkerskamer“), in dem sich die Bauern und Knechte sonntags zwischen dem Morgen- und dem Mittagsgottesdienst versorgen konnten. Hier wurde Kaffee ausgeschenkt, zu dem man die mitgebrachten Brote verzehren konnte. Auf diese Weise konnten die Gläubigen aus der weiteren Umgebung die Zeit zwischen den Gottesdiensten auf bequeme Art überbrücken und sich so eine doppelte Anreise ersparen. Bezahlt wurde in Naturalien oder mit Dienstleistungen wie beispielsweise Pflugarbeiten. Es hatte sonntags auch ein Geschäft geöffnet, in dem man Pfefferminze oder Gewürznelken kaufen konnte, die man während des Gottesdienstes kaute oder lutschte, um nicht einzuschlafen (in einer alten Überlieferung heißt es augenzwinkernd, dass man Gemeindemitglieder mit Schlafproblemen zum sonntäglichen Gottesdienst schickte, da sie dort besser schliefen als zu Hause…).

Vor einigen Jahren wurde das Kirchenschiff samt Anbauten zu einer Schulsporthalle umgebaut.

In 1886 verwierf de Oud-Hervormde parochie een pand aan de Kaiserplatz in Veldhausen voor 400 gulden. In 1888 werd de tweede Oud-Hervormde kerk in Veldhausen in gebruik genomen. Het schip is verdeeld in drie verdiepingen. Links en rechts zitten de mannen en in het midden de vrouwen. Over de preekstoel staan ​​de kerkenraadsbanken. De kerkklok werd geluid door mevrouw Hanna Vos. De kachel was een cokeskachel die werd ontstoken met turf.

In die tijd was er naast de kerk aan de Edelweißstraße een drankhuis (“Drinkerskamer”), waar de boeren en bedienden op zondag tussen de ochtend- en middagdiensten voorraden konden halen. Hier werd koffie geserveerd en kon je het meegebrachte brood eten. Op deze manier konden de gelovigen van verder weg gemakkelijk de tijd tussen de diensten overbruggen en zichzelf een dubbele reis besparen. Er werd betaald in natura of met diensten zoals ploegen. Er was ook een winkel die op zondag open was, waar je pepermunt of kruidnagel kon kopen, waarop je kauwde of zoog tijdens de dienst om te voorkomen dat je in slaap viel (een oude traditie zegt, ironisch, dat parochianen met slapeloosheid naar zondagsdiensten gingen omdat ze daar beter sliepen dan thuis…).

Het schip en de bijgebouwen zijn enkele jaren geleden omgebouwd tot schoolsporthal.