An dem neuen Standort für die dritte altreformierte Kirche wurde 1953 das neue Pastorat gebaut, 1956 folgte die neue Kirche. Ein Jahr später baute die Firma Ahrend & Brunzema eine vielbeachtete neue Orgel.

Mit dem Kirchenbau im Jahr 1956 erhielt die Gemeinde eine auf drei Jahre befristete Genehmigung, einen provisorischen Glockenturm zu errichten.
Im Sommer 1980 begannen sich einige Mängel bemerkbar zu machen, so dass der Kirchenrat am 2. Juli protokollierte: „Der Glockenturm steht seit einiger Zeit auf schwankenden Füßen“.

Die Gemeindeversammlung sprach sich am 7. Mai 1981 für einen neuen Glockenturm aus, der anstelle des bisherigen provisorischen Turms errichtet werden soll. Er hat eine Höhe von 15 Meter.

Am 30. September 1981 wurde der Betonträger aufgestellt.

Het nieuwe pastoraat werd in 1953 gebouwd op de nieuwe locatie voor de derde Oud-Gereformeerde Kerk, in 1956 gevolgd door de nieuwe kerk. Een jaar later bouwde de firma Ahrend & Brunzema een veelgeprezen nieuw orgel.

Toen de kerk in 1956 werd gebouwd, kreeg de gemeente een vergunning van maximaal drie jaar om een tijdelijke klokkentoren te bouwen.
In de zomer van 1980 begonnen zich enkele gebreken te vertonen, zodat op 2 juli de kerkenraad vastlegde: „De klokkentoren staat al enige tijd op wankele voeten“.

Op 7 mei 1981 stemde de gemeenteraad voor een nieuwe klokkentoren die moest worden gebouwd in plaats van de vorige tijdelijke toren. Deze heeft een hoogte van 15 meter.

Op 30 september 1981 werd de betonnen balk geplaatst.